Milieuproblemen door bewapening
Uit het boekje van de Franse vredesbeweging - Mouvement de la Paix, Livret Paix et Climat. Dec.2020
Samenvatting door Lieve De Kinder:
__________________________________________________________________________________________
Volgens SIPRI, Stockholm International Peace Research Institute, is 20% van de wereldwijde milieuvervuiling het gevolg van militaire activiteiten.
Het Amerikaans leger zorgt voor de grootste uitstoot van CO2. Alle legers wereldwijd zijn samen verantwoordelijk voor de grootste uitstoot van CO2. Vaak worden de bijdragen van het leger niet vermeld als het over de CO2-uitstoot gaat, noch wordt het vermeld in de strategieën om de verlaging van de uitstoot te bekomen.
Het milieu wordt belast door militaire activiteiten die toxische stoffen produceren, het leegroven van gebieden voor militaire doeleinden, oefeningen en testen met schadelijke stoffen, en de schadelijke afvalstoffen die terecht komen in het milieu na een gewapend conflict.
De milieuschade door kernbewapening is enorm: vanaf de uraniumontginning, de productie, het testen. Het gebruik ervan in Hiroshima en Nagasaki in 1945 spreekt voor zich. Daarnaast is er het onoplosbaar probleem van het nucleair afval. Radioactieve stoffen blijven lekken uit atoomduikboten die gezonken zijn. En het risico op ongevallen met atoomduikboten blijft bestaan. Ook ongevallen met vliegtuigen met radioactief materiaal aan boord zijn zorgwekkend.
Besmetting met radioactieve deeltjes of blootstelling aan radioactieve straling heeft vele gezondheidsproblemen tot gevolg, o.a. kankers en geboorteafwijkingen.
Na explosie vormen wapens met verarmd uranium een aerosol van radioactieve en chemisch toxische stofdeeltjes. Die kunnen in het lichaam van mens en dier een veelheid aan kankers en geboorteafwijkingen veroorzaken. Hetzelfde gebeurt bij het testen van deze wapens.
Maar ook niet nucleaire bewapening brengt een veelheid aan milieuvervuiling teweeg. Zoals de niet geëxplodeerde munitie die ontladen wordt in bossen, wateren,... Producten van munitie van voorbije oorlogen bevatten veel toxische stoffen die in de aarde, het water en de lucht terechtkomen en er lang aanwezig blijven.
Het leger gebruikt meer en meer kostbare metalen, waarvan de ontginning grote milieugevolgen meebrengt. Een voorbeeld is de ontginning van kobalt in de Democratische Republiek van Congo. Urinestalen van bewoners van Lumumbashi tonen een kobaltgehalte van 43% hoger dan de norm.
Grote stukken land worden opgeofferd, met bijhorende vervuiling en leegroof voor militaire doeleinden. Een aantal voorbeelden: toen de kernproeven op de Bikini-eilanden doorgingen werden de bewoners door Greenpeace naar een ander eiland in veiligheid gebracht. Vissers krijgen in Guantanamo moeilijk toegang tot hun vertrouwde kustgebieden. En in het noorden van Zweden, nochtans een neutraal land, worden NAVO legeroefeningen gehouden die de rendierpopulatie bedreigen.
Er gaat proportioneel veel meer geld naar bewapening dan naar belangrijke noden in de maatschappij: de wereldwijde militaire uitgaven in 2019 bedroegen 1917 miljard dollar (SIPRI) terwijl jaarlijks slechts 100 miljoen dollar gaat naar acties voor het behoud van de planeet. Het budget van de VN ter voorkoming van oorlog en ter bevordering van vrede, bedraagt nauwelijks 9 miljard dollar.
Grote vervuiling wordt veroorzaakt door de communicatiestrategieën van het leger. De datacentra zijn gelegen in arctische gebieden om de opwarming ervan tegen te gaan. Dit draagt bij aan het smelten van de ijskappen. Elk militair vliegtuig, elke operatie van militairen in functie van dit controlecentrum, heeft een grote energiebehoefte die nog onvoldoende berekend is.
In de ruimte bevinden zich vele afvalproducten van satellieten en veel daarvan zijn afkomstig van militaire satellieten. Ze vormen een gevaar, en leiden tot zware ongevallen bij het botsen met andere satellieten. De kostprijs om deze afvalproducten op te ruimen is enorm.
Daarnaast is er ook de vervuiling door lawaai van bombardementen, trainingen en manoevers, waardoor dieren opschrikken en hun habitat verlaten.